De Belgische wetgeving
In 1999 formuleerde België op een duidelijke manier de aard, de doelstellingen en de principes van zijn beleid inzake ontwikkelingssamenwerking (Wet betreffende de Belgische internationale samenwerking van 25 mei 1999):
• De Belgische Ontwikkelingssamenwerking heeft als hoofddoel de duurzame menselijke ontwikkeling te realiseren door middel van armoedebestrijding, op basis van het concept "partnerschap" en met inachtneming van de criteria voor ontwikkelingsrelevantie.
• De federale ontwikkelingssamenwerking bevordert de synergie met de
ontwikkelingssamenwerking door de gemeenten, de provincies, de gewesten, de gemeenschappen en Europa, met de bedoeling er uitbreidende effecten van te verkrijgen die op termijn voordelig zijn voor de bevolkingsgroepen die de bijstand genieten.
• Om de doelstelling van duurzame menselijke ontwikkeling te realiseren zal de Belgische ontwikkelingssamenwerking de sociaaleconomische en sociaal-culturele ontwikkeling en de versterking van het maatschappelijk draagvlak in de partnerlanden helpen bevorderen alsook de Belgische publieke opinie sensibiliseren.
• Geografische concentratie (partnerlanden): de wet beperkt momenteel de gouvernementele ontwikkelingssamenwerking tot maximaal 18 landen. Ze worden geselecteerd op basis van zeven wettelijk vastgelegde criteria.
Algerije
Benin
Bolivia
Burundi
DR Congo
Ecuador
Mali
Marokko
Mozambique
Niger
Palestijns gebied
Peru
Rwanda
Senegal
Tanzania
Uganda
Vietnam
Zuid-Afrika
• Sectorale en thematische concentratie (prioritaire sectoren):
de gouvernementele
ontwikkelingssamenwerking is beperkt tot vijf sectoren:
basisgezondheidszorg
onderwijs en vorming
landbouw en voedselzekerheid
basisinfrastructuur
maatschappijopbouw (onder meer door conflictpreventie)
• en vier transsectorale thema's:
gelijke kansen voor vrouwen en mannen
leefmilieu
sociale economie
kinderrechten1
• Definitie van multilaterale ontwikkelingssamenwerking en ontwikkelingssamenwerking via
niet-gouvernementele partners.